De referendumverordening

zondag, 07 februari 2010 21:56

De referendumverordening

De gemeente Utrecht kent een raadplegend en raadgevend referendum.
Tot een raadplegend referendum besluit de gemeenteraad als de raad moeite heeft zelf een standpunt te bepalen. Een raadgevend referendum komt voort uit het initiatief van burgers die een raadsbesluit verwerpen. Dit artikel gaat over de procedure die hoort bij het raadgevend referendum.

Het organiseren van een referendum is duur en ingewikkeld, bovendien doorkruist het de verantwoordelijkheden binnen het gemeentebestuur zoals die staatsrechtelijk zijn vastgelegd.
Vandaar ook dat de verordening een lange lijst bevat van situaties waarin een referendum is uitgesloten.
De verordening noemt in een limitatieve opsomming zestien uitzonderingsgronden; een verzoek tot het houden van een referendum mag de raad bijvoorbeeld niet weigeren vanwege de hoge kosten, want die uitzonderingsgrond staat niet in opsomming. Is geen van deze gronden van toepassing, dan kan het gevraagde referendum dus wel worden gehouden.
Voorwaarde is ook dat het referendum de steun heeft van een vele burgers. Voor de eerste aanvraag is de steun vereist van tenminste 0,133% van alle kiesgerechtigde inwoners, wat neerkomt op ongeveer 300. In latere stadia wordt een veel bredere ondersteuning verlangd: uiteindelijk moeten er bijna 7000 handtekeningen worden verzameld.
Dit alles uiteraard om te voorkomen dat bij het minste of geringste het zware middel van referendum wordt gebruikt.
In 2004 is een eerste poging gedaan om een referendum gehouden te krijgen. De aanvragers vermoedden dat de bevolking in meerderheid de parkeergarage aan het Lucasbolwerk liever niet dan wel gebouwd zag worden en wilden dat via een referendum vaststellen.
De raad moet toetsen of de aanvraag aan de voorwaarden voldoet. Het is te verwachten dat veel raadsleden dan naarstig zullen zoeken naar redenen om het referendum af te keuren; immers het referendum zou het gemeentebeleid kunnen doorkruisen, en dat zien de meesten van de raadsleden niet graag. De raad beriep zich toen op de weigeringsgrond:

besluiten welke naar het oordeel van de raad hun grondslag vinden in een eerder genomen beslissing waarover een referendum is gehouden of had kunnen worden gehouden;

Dit komt erop neer dat men stelde: het besluit tot de bouw van deze parkeergarage is een rechtstreeks gevolg van een twee jaar tevoren genomen principebesluit, en daarover had destijds een referendum kunnen worden aangevraagd.
Jammer dan. De aanvragers vochten juridisch dit besluit aan tot in hoogste instantie omdat er veel tegenin te brengen was. Zo was het eerdere besluit helemaal niet als zodanig aangekondigd en gepubliceerd. Maar de Raad van State stelde de gemeenteraad in het gelijk: als het eerdere besluit destijds dan al niet bekend was, dan had toch het verzoek tot het houden van een referendum moeten plaatsvinden zodra bleek dat de gemeente het wel zo bedoeld had. De weigeringsgrond was dus wel degelijk van toepassing want de aanvraag was toch te laat ingediend.
In 2009 werd weer gepoogd gedaan een referendum te laten houden. Deze keer betrof het de vaststelling van het ALU 2009: een plan met als doel op termijn de luchtkwaliteit in de stad aan de wettelijke normen te laten voldoen. Dit te bereiken op een manier die vatbaar was voor kritiek; volgens de indieners van het referendumverzoek zou dat doel op andere wijze bereikt moeten worden.
Deze keer kon de gemeenteraad geen geloofwaardige uitzonderingsgrond aanwijzen, maar de meeste raadsleden vonden dat niet zo’n probleem: er stond immers dat het referendum kan worden gehouden, als er geen uitzonderingsgrond van toepassing is. Welnu, dan kon men ook besluiten dat het niet kan worden gehouden.
Een merkwaardige logica van de raad: als de lijst uitzonderingsgronden gepasseerd kan worden, dan kan dus een raadgevend referendum alleen plaatsvinden als het de raad goed uitkomt. Wat is dan de zin van zo’n lijst? En waar zijn dan al die handtekeningen voor nodig?

De initiatiefnemers hebben het niet opgebracht om deze gang van zaken voor de rechter te brengen. Maar voor de burgers is het inmiddels wel duidelijk: als de raad een referendumvoorstel uit de bevolking niet ziet zitten, dan gaat het gewoon niet door. Op deze manier toegepast heeft de referendumverordening geen enkele zin. 

Theo Haffmans

 

 

Plaats reactie

3333 symbolen

Vernieuwen